Ga rechtop staan met uw benen op schouderbreedte uit elkaar en kruis uw geïmmobiliseerde arm over uw borst, richting de tegenoverliggende schouder.
Plaats uw andere hand op uw heup met uw vingers naar uw buik gericht.
De oefening begint als een rotatie, vanuit de romp naar dezelfde kant als die van de geïmmobiliseerde arm.
Als de rechterarm bijvoorbeeld gewond is, wordt deze geïmmobiliseerd over de borst gekruist en raakt het de linkerschouder aan tijdens de hele oefening.
Voor een geïmmobiliseerde rechterarm:
Begin door voorover te buigen vanuit de romp.
Draai naar rechts en strek de linkerarm uit naar de enkel van de rechtervoet.
Buig en roteer door uw knieën licht te buigen en vanuit uw heupen te bewegen. Zorg dat u de onderrug niet buigt.
Houd uw hoofd in een rechte lijn met uw ruggengraat.
Keer terug naar de neutrale startpositie en voer vervolgens een rotatie naar de linkerkant uit, waarbij u uw geïmmobiliseerde arm stevig tegen uw tegenoverliggende schouder aan houdt.
Draai uw heupen en zorg tegelijkertijd dat u uw romp gebogen houdt, uw rug recht en uw hoofd in een rechte lijn met uw wervelkolom.
Buig vanuit uw knieën en heupen, en zorg ervoor dat u uw rug niet buigt.
Voer deze oefening in een langzaam, gecontroleerd tempo uit, binnen de grenzen van uw mobiliteit.
