Zit rechtop op een stabiele stoel of rolstoel met steun in uw rug en een tafel voor u. Let op dat beide voeten plat op de grond staan. Ondersteun uw onderarm op tafel in een comfortabele positie met uw handpalm naar beneden. Vraag uw assistent om te helpen uw pols zo recht mogelijk te houden en uw vingers en handpalm op tafel te leggen. Vraag uw assistent om het contact met de tafel langzaam te vergroten door elke vinger rustig te strekken van de knokkel tot de tip. Vraag uw assistent om rustig elke vinger af te lopen met hun vinger, waarbij lichte druk wordt uitgeoefend. Focus op de lengte en vorm van de oefening van elke vinger als uw assistent hier overheen gaat.