Begin met uw vingers recht.
Buig de uiteinden en middelste gewrichten van uw vingers in een haak en houd de knokkelgewrichten recht.
Buig vervolgens uw knokkels en strek de midden- en eindgewrichten van uw vingers.
Buig de middelste gewrichten van uw vingers verder, waarbij u de toppen van uw vingers recht houdt.
Blijf uw vingers tot een vuist krullen.
Ontkrul ten slotte uw hand vanaf de knokkels en keer terug naar de startpositie.
Vergeet niet om uw pols tijdens de oefening recht te houden en indien nodig uw andere hand te gebruiken om hem te ondersteunen.