Zit op een stoel of bal met uw voeten op schouderbreedte uit elkaar en zet uw handen op uw heupen.
Stel u voor dat uw bekken een kom met water is.
Kantel uw bekken naar achteren, zodat u op uw stuitje komt te zitten en uw rug rond wordt en 'het water achter u uit de kom met water kan vallen'.
Kantel vervolgens uw bekken naar voren, zodat uw stuitje achter uitsteekt, uw rug hol wordt en uw borst vooruit steekt.
Het 'water valt nu voor uit de kom'.
Herhaal deze beweging een aantal keer.
Zoek vervolgens de neutrale positie van uw wervelkolom in het midden van deze twee bewegingen, waarbij het lichaamsgewicht nu op het zitbeen zou moeten steunen.